Vruchtbare bodem
Uit Nature Today en Bosgroepen
Een gezonde bosbodem is een vereiste voor een goed functionerend en weerbaar, met andere woorden veerkrachtig bos. Met een veranderend klimaat en daarmee extremere omstandigheden, is het verbeteren van de bodem op de vaak arme zandgronden meer dan ooit van cruciaal belang.
Oorspronkelijk waren er in Nederland gemengde bossen, met daarin de linde en eik dominant aanwezig. Maar ook soorten als de iep, de zoete kers en de hazelaar waren rijk vertegenwoordigd. Door menselijk gebruik is de bodemsamenstelling door de jaren heen echter ernstig verstoord. Mensen stuurden deze naar meer eik en beuk, vanwege de gebruikswaarden van deze houtsoorten en de eikels en beukennootjes die als voedselbron dienden voor de zwijnen. Daarna volgde overexploitatie doordat er meer geoogst werd dan er bijgroeide. Dit veranderde de bossen uiteindelijk tot heiden en stuifzand. Bosherstel kwam er met het massaal aanplanten van naaldbomen (productiebossen), die op hun beurt te maken kregen met depositie van zwavel en stikstof. Daardoor hebben we nu te maken met arme en verzuurde zandgronden die niet meer in staat zijn om voldoende vocht en voedingstoffen vast te houden. Dat maakt onze bossen kwetsbaar en die kwetsbaarheid wordt steeds vaker pijnlijk zichtbaar.
Daar waar een arme bodem grijs van kleur is, vaak een forse strooisellaag heeft en vocht en voedingstoffen niet goed kan vasthouden, laat een gezonde bosbodem een heel ander beeld zien. Die is juist bruin van kleur, heeft een dunne strooisellaag en houdt de bodemrijkdom in stand door vocht en voedingsstoffen op te slaan. De uitdaging is dus om het oorspronkelijke proces van de bodem te herstellen.
De kansen zitten hem voornamelijk in het toevoegen van boom- en struiksoorten die in staat zijn om de gedegradeerde bodem weer in de juiste balans te krijgen. Soorten die via hun rijk strooisel voedingsstoffen (nutriënten, zoals calcium en kalium) aan de bodem teruggeven. Dat noemen we ook wel de nutriëntenpomp en die moeten we weer op gang zien te krijgen. Hoe meer rijk-strooiselsoorten aanwezig zijn, hoe sneller het proces verloopt.
Qua soorten zijn de linde, de esdoorn, de hazelaar, de fladderiep, de ratelpopulier, de zoete kers, de Europese vogelkers en de haagbeuk veelgebruikte rijk-strooiselsoorten. Daarnaast zijn er natuurlijk ook nog de soorten die vaak al in de bossen aanwezig zijn en die ook een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan een gezonde bosbodem. Denk daarbij aan de berk en de Amerikaanse vogelkers.
Voor een begrippenlijst zie het Adviesloket Bodem & Natuur.
Mineralen meststoffen hebben de afgelopen 50 jaar veel invloed gehad op de ontwikkeling of misschien wel afbraak van onze gronden. Eenzijdig en overdadig werken met zouten schaadt het bodemleven. Het verstoort de bodemvruchtbaarheid. Het heeft geleid tot hogere kwantitatieve opbrengsten, maar tegelijkertijd is de kwaliteit achteruit gegaan. De bodem is verschraald en uitgeput. Zelfs door continue aanvulling levert de bodem slechts een fractie van de mogelijke opbrengst. Het is tijd de balans in de bodem te herstellen. We moeten de bodem koesteren en zorgen dat de natuurlijke processen weer doen waar ze voor dienen: het bodemleven stimuleren.
Bodemleven zorgt dat de bodem vruchtbaar blijft zodat het leven boven de grond groeit en bloeit. Een gezonde bodem leidt tot minder erosie, goede waterregulatie, ziekte- en plaagwering, zuivering en het vastleggen van CO₂.
Bodemleven (bodembiodiversiteit) is een van de drie sleutelfactoren voor bodemvruchtbaarheid, naast voedingsstoffen en organische stof. Hoe rijker de bodembiodiversiteit, hoe beter ze zorgt voor het vrijkomen van voedingstoffen, en opbouw van bodemstructuur en humusgehalte voor voldoende bodemvocht. Hiermee levert bodembiodiversiteit een essentiële ecosysteemdienst voor de landbouw. Een goede bodemvruchtbaarheid is onmisbaar voor het op peil houden van de productie. Ook in natuurgebieden, parken en ander groen zijn planten en dieren afhankelijk van een vruchtbare bodem.
Zie ook Meer ruimte voor natuurlijk bos